Ik schreef al vaker dat mijn eigen relatie met geld complex is. Eigenlijk heb ik altijd genoeg geld (ik kan altijd alle rekeningen betalen) maar tegelijk heb ik nooit meer dan ik nodig heb. Als ik er niet voor kan zorgen dat ik meer nodig heb is er niet meer dan dat. Op zich is dat al enorm luxe natuurlijk, dat besef ik goed. Maar tegelijk intrigeert het me. Waarom is het nooit meer dan dat? Ondanks mijn scherpe verstand, mijn inlevingsvermogen, mijn andere talenten? Nooit meer dan ik nodig heb.
Vanavond wist ik het ineens.
Ik heb geen grens.
Ik geef alles weg. Mijn kinderen ontbreekt het aan niets. Ik loste een lening af van een dierbaar familielid. Als ik geld zie komen weet ik niet hoe snel ik het kwijt moet. Meestal betekent dat weggeven. Sta ik niet bij een kind in het krijt omdat ik de ander meer gaf? Kan ik iets voor iemand betekenen? Heeft iemand van mijn geliefden iets nodig?
Ik scan mijn omgeving en vind altijd wel iets waar ik mijn geld uit/weg kan geven.
En ineens snapte ik het.
Meer geld betekent meer weggeven, niet meer geld voor mij. Ik heb namelijk geen grens.
Niet dat ik heilig ben, verre van dat. Maar ik geef wel veel weg. En als meer geld meer weggeven betekent, wat is dan het nut? Waar heb ik dan meer geld voor nodig? (En hoe hard moet ik daar voor werken?)
Want hetzelfde geldt voor energie. Ik heb altijd genoeg energie om te doen wat ik moet doen, maar sprankel er nooit van. Mijn energie gaat op aan dingen die ik moet doen. Taken. Verplichtingen. Meer energie? Meer taken, meer verplichtingen. So what’s the point? Houdt dit me tegen? Beschermt deze overtuiging mij?
Dit inzicht is het begin. Daarmee is het nog niet opgelost maar ik heb de belangrijkste eerste stap gezet. Inzicht. Van daaruit verder.